Uitkeringsreglement

Uitkeringsreglement

Uitkeringsreglement van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Metaalbewerkingsbedrijf

In het onderstaande uitkeringsreglement van OOM staan de regels waaraan een werkgever, een werknemer/leerling en OOM zijn gehouden bij het aanvragen en toekennen van een regeling van OOM.

DEFINITIES
Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

werkgever:

de werkgever in de bedrijfstak als bedoeld in artikel 6 lid 3 van de CAO Opleidings en Ontwikkelingsfonds voor het Metaalbewerkingsbedrijf dan wel de werkgever in wiens onderneming werkzaamheden worden verricht die in relatie staan tot de bedrijfstak als omschreven in lid 4 van artikel 6 van voormelde CAO en die op grond daarvan na voorafgaand verzoek en onder te stellen voorwaarden toegelaten wordt deel te nemen in de regelingen van de onderhavige stichting.

werknemer:

degene die in dienst van de werkgever tegen loon arbeid verricht, met uitzondering van:

  1. bestuurders van naamloze vennootschappen of van besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, die als zodanig zijn ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;
  2. degene die op 1 januari van het jaar, waarover de bijdrage verschuldigd is, de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt;
  3. personen die geen eigenlijke bedrijfsarbeid verrichten en wier dienstverband tevens een tijdelijk karakter draagt en/of geen volledige normale dagtaak meebrengt;
  4. stagiair(e)s.

de leerling:

degene die ofwel ten minste gemiddeld twee dagen per week bij de werkgever in dienst is en met wie ten overstaan van een landelijk opleidingsorgaan, door de werkgever een praktijkovereenkomst (POK) als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) is afgesloten, dan wel die volgend een opleiding gericht op een beroep in de metaalbewerking aan een regionale school , ter ondersteuning van het opdoen van praktijkvaardigheid, al dan niet op grond van een arbeidsovereenkomst, - na 1 juli 1997 uitsluitend op grond van een arbeidsovereenkomst - werkzaam is bij een werkgever zulks voor de duur van de opleiding, dan wel die met instemming van het bestuur wordt opgeleid in een samenwerkingsverband van werkgevers, en met wie een vorengenoemde POK is afgesloten.

VERGOEDING
Artikel 2

  1. De werkgever kan jaarlijks, onder de voorwaarden als in dit reglement bepaald, een startbudget aanvragen, ter tegemoetkoming in de kosten van een beroepsbegeleidende praktijkopleiding in het kader van de WEB, of een opleiding als genoemd in het Centraal Register opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) van de in dienst zijnde leerling(en) c.q. werknemer(s).
  2. De werknemer kan jaarlijks, onder de voorwaarden als in dit reglement bepaald, een persoonlijk leerbudget aanvragen ter tegemoetkoming in de kosten van scholing, als met de werkgever overeengekomen in zijn persoonlijke ontwikkelingsplan.
  3. De werkgever kan jaarlijks, onder de voorwaarden als in dit reglement bepaald, een ontwikkelbudget aanvragen, ter tegemoetkoming in de kosten van activiteiten die tot doel hebben het scholingsbeleid in het bedrijf te bevorderen.
  4. De hoogte van de vergoedingen, als in de leden 1 t/m 3 bedoeld, worden jaarlijks door het bestuur van de stichting vastgesteld, waarbij het volgende in acht wordt genomen:
    1. het bestuur bepaalt jaarlijks de duur, alsmede de aanvang en het einde van een leerjaar;
    2. de vergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt gerelateerd aan de opleidingsduur en de opleidingsvariant door de leerling die in enig leerjaar bij de werkgever in opleiding was;
    3. het bestuur bepaalt jaarlijks het maximum aantal leerlingen waarvoor per bedrijf een vergoeding, als bedoeld in het eerste lid, kan worden verstrekt.
  5. Het bestuur stelt jaarlijks de werkgever schriftelijk in kennis van de besluiten, bedoeld in het vorige lid.
    Het bestuur behoudt zich het recht voor in onvoorziene gevallen dan wel bij oneigenlijk gebruik (tussentijds) de vergoeding als bedoeld in dit artikel te verminderen of te weigeren.

 

TOEKENNING VAN EEN VERGOEDING
Artikel 3

  1. De vergoeding, als bedoeld in artikel 2, dient door de werkgever die deze wenst te ontvangen schriftelijk te worden aangevraagd door inzending van één of meer formulieren, waarvan het model door het bestuur van de stichting is vastgesteld, onder bijvoeging van de naar het oordeel van het bestuur benodigde stukken.
  2. De bescheiden in het vorige lid bedoeld, dienen uiterlijk binnen één maand na ontvangst door de werkgever, in het bezit te zijn van de administratie van de stichting.
  3. Het verzoek om vergoeding wordt ingewilligd, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: 

     a. de werkgever heeft de bijdragen, als bedoeld in artikel 8,
         lid 1 sub  b. van de statuten, en die hem in rekening zijn gebracht,           betaald.
     b. voor zover de middelen zulks toelaten naar het oordeel van het                bestuur.



UITBETALING VAN DE VERGOEDING
Artikel 4

  1. De vergoeding die, op grond van het gestelde in artikel 3, is toegekend, wordt behoudens bijzondere omstandigheden - binnen 3 maanden na ontvangst van een volledige declaratie uitbetaald aan de werkgever.
  2. Vergoedingen als bedoeld in dit reglement zullen nimmer rentedragend zijn ten laste van de stichting.


SCHOLING
Artikel 5

  1. Scholing
    Het bestuur van de stichting wijst na advies van de werkgeversverenigingen en vakverenigingen de opleidingen en/of cursussen in het kader van de scholing aan als bedoeld in artikel 2 lid 2 en lid 3, en doet daarvan periodiek mededeling aan de werkgever en diens werknemers.
  2. Algemene bepalingen
    1. De stichting en/of de derden als bedoeld in artikel 6 van dit reglement zijn niet aansprakelijk voor fouten (en/of voor daaruit voortvloeiende of daarmede verband houdende schade), gemaakt in het kader van de normale uitoefening van de werkzaamheden, in de lesstof, cursusmateriaal, syllabussen e.d. van de opleidingen dan wel cursussen.
    2. In het kader van de verkrijging van middelen uit communautaire- of structuurfondsen kan meer dan een reguliere vergoeding worden verstrekt wanneer een hieraan gerelateerde vrijwillige bijdrage is gestort als bedoeld in het Bijdragereglement.


ADMINISTRATIE
Artikel 6

  1. De administratie van de werkzaamheden, verbonden aan de uitvoering van het gestelde in dit reglement kan aan derden worden opgedragen.
  2. Zowel de werkgever, de werknemer als de leerling zijn verplicht alle gegevens en inlichtingen te verschaffen, alsmede elke medewerking te verlenen, die noodzakelijk of gewenst worden geacht door de administratie en/of personen of instellingen die door of namens de stichting zijn belast met de controle op de naleving van het gestelde in de statuten en dit reglement, dan wel met de uitvoering daarvan.


SLOTBEPALING
Artikel 7

Dit reglement treedt in werking op de datum waarop de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst welke ten grondslag ligt aan de onderhavige regeling algemeen verbindend zijn verklaard en blijft van kracht totdat uit een nader reglement van het tegendeel blijkt.